Discriminatieverbod handicap in artikel 1 Grondwet
Artikel 1 Grondwet
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook is niet toegestaan. Zo is dit grondwetsartikel op 17 februari 2023 in werking getreden. Het artikel bestond al in 1983. Nieuw is dat handicap en seksuele gerichtheid aan de discriminatieverboden zijn toegevoegd. In dit schrijven beperk ik mij tot handicap.
Wetgeving
Discriminatie wegens handicap of het volwaardig mee kunnen doen van mensen met een beperking speelt in politieke discussies de afgelopen decennia een toenemende rol, zowel nationaal als internationaal. In 1983 haalde bij een toenmalige grondwetswijzigingen betoogd dat handicap een grond voor een discriminatieverbod in de grondwet zou moeten zijn, het niet. Feit is dat er toen in ieder geval al over nagedacht werd. Twintig jaar later, in 2003 kwam de wet Gelijke behandeling Handicap of Chronische ziekte, de WGBHCZ tot stand. In deze wet wordt discriminatie wegens handicap verboden bij wonen, werk , onderwijs , openbaar vervoer of het aanbieden van goederen en diensten. Het College voor de Rechten van de Mens heeft in dit kader een onderzoekstaak, een adviserende taak tegenover regering en parlement en oordeelt in individuele gevallen.
VN Verdrag Handicap
In 2006 kwam het VN-verdrag Handicap tot stand. Hierin staat wat landen moeten doen om de positie van mensen met een handicap te verbeteren. Dit behelst alle terreinen die voor anderen ook belangrijkzijn, zoals onderwijs, vervoer, wonen, arbeid, cultuur. Nederland heeft dat verdrag in 2016 geratificeerd Dit betekent dat het verdrag bekrachtigd is en dat de regering het beleid in het verdrag in wetten en beleid moet gieten. Daarmee liep het wel achteraan in de rij van Europese landen. En nu dan artikel 1 Grondwet. Hiermee komt er dus een extra stok achter de deur. Overheid, doe wat!
Het facultatief protocol
Op 26 mei heeft het kabinet ten aanzien van mensen met een handicap opnieuw haarpolitieke wil getoond. Ze start met het ratificatieproces van het facultatief protocol VN-Verdrag Handicap. Dat betekent dat burgers of groepen van mensen met een handicap die zich gediscrimineerd voelen direct hun klacht kunnen indienen bij het VN comité voor personen met een Handicap echter alleen als de nationale staat geen rechtsmiddelen meer biedt, dus geen mogelijkheden meer bij de rechter. Het comité kan ook zelf een staat vragen mee te werken aan een onderzoek als er betrouwbare informatie is, dat er ernstige of systematische schendingen zijn van het VN-Verdrag Handicap.
Eigen ervaring
Wat ik zie, is dat er de afgelopen jaren veel gebeurd is. Stations worden toegankelijker, musea proberen hun best te doen toegankelijk te worden, kiezen wordt ook gemakkelijker en websites worden leesbaar. Ook ondernemers doen hun best om mij met mijn beperkingen op een gelijkwaardige manier te helpen. Ik ben met deze ontwikkelingen enorm blij, zeker als de trend zich blijft voortzetten.
Inclusieagenda gemeenten
Toch valt er nog wel een en ander te verbeteren. Inclusie agenda`s die gemeenten moeten maken om feitelijk inhoud te geven aan het VN-Verdrag Handicap, laten in veel gevallen bedroevend lang op zich wachten, laat staan de daadwerkelijke uitvoering.
Waar het wel goed gaat, is als een gemeenteraad en/of Burgemeester en Wethouders of een ambtenaar en/of mensen met een beperking zelf zich volop inzetten om het inclusie beleid van de grond te krijgen.
Het College voor de Rechten van de Mens en discriminatie van mensen met een beperking
Ook het College voor de Rechten van de Mens heeft behoorlijk wat werk te verstouwen.
Hoe irritant is het als je in een rolstoel zit en moet overstappen en de trein aan de andere kant van het perron weet, maar van reisassistentie afhankelijk bent om in te stappen en je voorafgaande aan de reis te horen krijgt dat er voor reisassistentie minstens tien minuten genomen wordt voor een overstap. Iedereen steekt het perron over en jij moet wachten. Je had gemakkelijk kunnen overstappen als je even een helpende hand had gehad. Omdat je deze ervaring vaker hebt, besluit je naar het College voor de Rechten van de Mens te gaan. Je voelt je tekort gedaan, gediscrimineerd. Zo verging het een klager. Hij werd in het gelijk gesteld. https://oordelen.mensenrechten.nl/oordeel/2023-26
Dat soms onderscheid gemaakt moet worden omdat er anders een gevaarlijke situatie kan ontstaan, begrijpt iedereen. Zo kun je niet met een scootmobiel in de bus omdat een scootmobiel niet goed kan worden vastgezet en er dan een kans bestaat dat de scootmobiel omvalt. Maar wat nu als je een opvouwbare scootmobiel hebt en ervoor kiest omdat ding inde bus opgevouwen mee te nemen? Het College moest hierover oordelen en vond dat een scootmobiel in zo`n geval te vergelijken was met een kinderwagen of een ander groot voorwerp, dat kan worden meegenomen in de bus, dat het in zo`n geval discriminerend zou zijn een scootmobiel te weigeren. https://oordelen.mensenrechten.nl/oordeel/2019-113
En wat als je solliciteert op een baan als ervaringsdeskundige bij een GGZ-instelling. In de vacaturetekst staat dat het gaat om een baan vooronbepaalde tijd. Over een tijdelijk contract is tijdens het sollicitatiegesprek niet gesproken. Nadat je op een formulier hebt ingevuld dat je een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebt, wordt ineens vanuit de instelling besloten dat je contract voor slechts een jaar is. Dat is discriminatie vindt het College. https://oordelen.mensenrechten.nl/oordeel/2023-47
Slot
Hoe invoelbaar is het voor mij dat mensen zich niet gezien voelen, dat ze denken: “Dit is de `limit`. Dit vind ik zo oneerlijk dat ik stappen onderneem.” En wat is het schrijnend te weten dat jouw gemeente niets doet terwijl een buurgemeente volop met inclusiebeleid aan de slag is.
Maar ik ben optimistisch. De afgelopen decennia hebben latenzien dat de wil er wel is. Nu de uitvoering, de praktijk nog.
Marijke Osinga