Oorzaken en signalen van slechthorendheid of doofheid en het mogelijk voorkomen daarvan
Bas Franck, audioloog bij audiologisch centrum Auris in Rotterdam vertelt in een interview met Tineke van Werven van Voorall over de oorzaken van slechthorend zijn. In Den Haag draagt het audiologisch centrum de naam Kentalis.
Oorzaken van slechthorend- of doof zijn
De bekendste oorzaken van slechthorendheid, zijn ouder worden en infecties. Bij corona bijvoorbeeld hebben we gezien dat meer mensen slechthorend worden. Maar ook andere virussen kunnen slechthorendheid veroorzaken.
Mensen die vaak in lawaai werken worden vaker slechthorend in de hoge tonen. Of als je te lang luistert naar harde muziek bijvoorbeeld bij een popconcert. Dan kun je slechthorend worden of een vervelende piep in je oor krijgen. Ten gevolge van hersenbloedingen kunnen er eveneens gehoorproblemen ontstaan. Een deel van het doorgeven van geluid gaat dan bijvoorbeeld niet meer goed.
Ieder jaar wordt één op de 1000 kinderen slechthorend geboren. De helft van deze baby’s is slechthorend vanwege een genetisch probleem (erfelijkheid). De andere helft krijgt een gehoorprobleem tijdens de zwangerschap of de bevalling. Bijvoorbeeld door zuurstoftekort of bloedvergiftiging e.d. Ziektes als de bof en hersenvliesontsteking kunnen ook slechthorendheid veroorzaken. Of oorontstekingen. Een acute oorontsteking, meestal in het middenoor, duurt 2 dagen. Duurt het langer, dan moet je echt naar de dokter.
Bij de gewone oorontsteking zit er vocht in het middenoor. De buis, die loopt tussen je keel en je oor, kan dan niet goed meer open. Dat zie je veel bij jonge kinderen. Na een paar weken/maanden gaat het over en hoort het kind weer normaal. Als het langer duurt kun je een verwijzing naar de KNO-arts vragen aan je huisarts. De KNO-arts kan dan bijvoorbeeld buisjes plaatsen. Bij volwassenen komt dat minder voor.
Voorkomen van gehoorschade
Gehoorbescherming is erg belangrijk om gehoorproblemen te voorkomen. Als je in lawaai werkt, zet dan een kap op je hoofd en doe bij een concert oor plugjes in. Oor plugjes zijn verkrijgbaar bij de apotheek of drogist. Ze zijn van schuim. Het plugje moet je diep in je oren doen, voorbij het oorklepje. Want als het half uit je oren steekt, werkt het niet. Je kunt plugjes ook op maat laten maken en van ander materiaal. Dat kan raadzaam zijn als je bijvoorbeeld muziek maakt.
Herkennen van gehoorproblemen
Er zijn diverse lijsten met signalen bekend: De standaard van het Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG), een lijst van het audiologisch centrum, signalen van het Radboud Ziekenhuis en natuurlijk de signalen vanuit de peuterspeelzalen en het onderwijs. Wij geven ze hier allemaal omdat ze net weer andere accenten leggen.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap, onderscheidt de volgende signalen:
Kinderen:
- Slechte concentratie
- Moeite met spraak verstaan, met name in rumoer
- Sterke gelaatgerichtheid
- Niet reageren op normaal aanspreken
- Vermoeidheid
- Hoofdpijn
- TV en radio op hard volume willen zetten
Volwassenen:
- Moeite hebben met gesprek
- Slecht gesprek voeren met drie of meer personen
Ouderen:
- Vragen vaak geen aandacht van de huisarts omdat zij dit als een natuurlijk verouderingsverschijnsel zien. Het is echter heel belangrijk om bij gehoorproblemen na te gaan of er iets aan te doen is. Denk bijvoorbeeld aan een gehoorapparaat. Het kan je helpen om in sociaal opzicht mee te kunnen blijven doen. Er zijn aanwijzingen dat verdere cognitieve achteruitgang mogelijk voorkomen kan worden als je iets aan je gehoorproblemen laat doen.
Het Audiologisch Centrum, benoemt daarnaast nog de volgende signalen:
- Hard praten (m.n. bij conductief gehoorverlies een stoornis in de voortgeleiding van het geluid naar het slakkenhuis)
- Niet schrikken van harde/onverwachte geluiden (conductief gehoorverlies)
- Schrikken van hard geluid (perceptief gehoorverlies, daarbij is het binnenoor minder gevoelig voor geluid)
- Opmerkelijk visueel zijn (in geval van slecht zicht- de geluidsbron dichtbij opzoeken met 1 oor)
- Niet goed reageren op aanspreken (eigen naam/ vragen)
- Niet (willen?) luisteren
- Hard praten, veel geluid/ lawaai maken met speelgoed/ stem
- Weinig brabbelen, opvallende hoge geluiden
Signalen bij mensen met een verstandelijke beperking:
- Niet of onvoldoende reageren: “Oost-Indisch doof”
- Vaak herhaling nodig
- Verslechtering van de articulatie
- Verandering in gedrag
- In zichzelf gekeerd zijn
- Afwezig zijn
- Zich terugtrekken uit sociale situaties
- Weinig betrokken bij omgeving
- Schrikreacties bij onverwachte gebeurtenissen
- Radio en/of televisie staan hard
Het Radboudziekenhuis geeft de volgende signalen:
- Geen schrikreacties bij het kind op (hard) geluid en op de omgeving
- Geen interesse voor omgevingsgeluiden
- Onvoldoende lokalisatie
- Buiten het gezichtsveld (geen of wisselende reacties op geluid).
Signalen bij het kind zelf:
- Tijdens het spreken onvoldoende of geen
- Gelaatgerichtheid
- Geen plezier in geluidmakende spelletjes
Signalen bij de ouders:
- Twijfels t.a.v. het gehoor van het kind
- Ongerustheid over het anders zijn van het kind. Het kind hoort wel, maar niet alles (slecht spreken) N.B. Klacht van ouders altijd serieus nemen.
Signalen t.a.v. de spraaktaalontwikkeling:
- Spraaktaalontwikkeling die (zeer) onvoldoende is bijvoorbeeldop tweejarige leeftijd nog geen woordjes spreken
- Spraaktaalontwikkeling die stilstaat.
- Hard spreken door het kind zelf
Signalen t.a.v. het gedrag van het kind:
- Sterk gelaatgericht
- Het kind is ongehoorzaam, driftig, bang of onzeker
- Het kind maakt veel lawaai met speelgoed of hoe het de deur dicht doet
- Het geeft dan weer wel en dan weer geen antwoord (Lijkt soms Oost-Indisch doof te zijn)
Signalen op de peuterspeelzaal en school:
- Slecht opletten (wegdromen bij kringgesprekken en voorlezen) - niet of onvoldoende opgenomen in de groep
- Clownesk gedrag
- Niet of onvoldoende reageren
- Niet luisteren wanneer de leidster roept bij buitenspelen
- Niet luisteren wanneer er gestopt wordt met een werkje,of later stoppen nadat het kind ziet dat andere kinderen stoppen.
Signalen t.a.v.de medische ziektegeschiedenis:
- Slechthorendheid in de familie
- Familie waarbij veel oorklachten voorkomen
- Bijzonderheden tijdens de zwangerschap of de
- Bevalling (zuurstoftekort of een laag geboortegewicht)
- Bijzondere ziekten (meningitis, bof)