Voorall heeft in een brief aan wethouder Vavier (Armoede & Zorg) aangedrongen op betere informatieverstrekking over de Wmo. Voorall wordt hierbij gesteund door het samenwerkingsverband Academische Werkplaats Technologie voor Thuis. In de Academische Werkplaats werken onderwijsinstellingen, zorgorganisaties en belangenorganisatie en de gemeente Den Haag samen aan het verbeteren van de procedure rond het verstrekken van hulpmiddelen en het verbeteren van de informatieverstrekking aan inwoners met een hulpvraag. Afgeleid hiervan streeft de Academische Werkplaats ernaar om de informatieverstrekking over de Wmo te verbeteren.
Kennispakketjes
De Academische Werkplaats heeft afgelopen jaar onder meer kennispakketjes samengesteld. Ook is er een Technologie voor Thuis-Verkenner ontwikkeld. Inwoners kunnen via deze verkenner een ruim basisaanbod vinden van technische hulpmiddelen, passend bij hun ondersteuningsvraag. Maar er is meer nodig. Volgens Voorall en de Academische Werkplaats moet ook de informatie over het verstrekkingsproces via de Wmo, Zvw en Wlz worden verbeterd. Afgelopen jaar hebben belangenorganisaties zoals Voorall en expertisecentra voor specifieke doelgroepen op het terrein van zintuiglijke-, fysieke- of verstandelijke beperking of chronische aandoening(en) zich hiervoor ingezet. De samenwerkingspartners zien hiervoor echter ook een belangrijke verantwoordelijkheid voor de gemeente.
Helaas ervaren de vertegenwoordigers van de Academische Werkplaats en Voorall hier een groot knelpunt. De afgelopen anderhalf jaar zijn er diverse gesprekken met ambtenaren gevoerd, maar helaas heeft dit niet geleid tot bevredigende afspraken over integrale informatieverstrekking. Dit betekent dat inwoners niet op de gewenste wijze worden geïnformeerd.
Overzichtelijke informatie over verstrekking hulpmiddelen
Op de website van de gemeente is al veel informatie over verstrekking van hulpmiddelen te vinden, maar aan de integraliteit en diepgang valt nog veel te verbeteren. Zo worden er op de website delen van het Wmo-proces beschreven en wordt verdiepende informatie gedeeld via de Leidraad Wmo. Daarnaast krijgen cliënten naar aanleiding van het Wmo-onderzoek, informatie over de stappen die zij kunnen zetten als zij het niet eens zijn met het advies.
De informatievoorziening aan Wmo-cliënten is versnipperd beschikbaar. Vooraf is bij inwoners niet duidelijk hoe de procedure exact verloopt, terwijl dit uit oogpunt van zorgvuldigheid wel zou moeten. Het effect hiervan is dat cliënten de informatie uit verschillende bronnen moeten proberen te overzien, te begrijpen en te vertalen naar concrete acties.
Onlangs toonde kwalitatief onderzoek van Ieder(In) naar ervaringen met de Wmo in Den Haag aan dat 44 procent van de 43 cliënten de Wmo-procedure moeilijk tot heel moeilijk vindt. En dat het voor 70 procent van de cliënten onbekend was dat cliëntondersteuning hen daarbij had kunnen helpen.
Een overzicht met een beschrijving van de volledige Wmo-procedure ontbreekt vooralsnog, terwijl dat zeer wenselijk is. De samenwerkingspartners binnen de Academische Werkplaats denken aan een concreet stappenplan met achtereenvolgens te nemen stappen met daarin opgenomen informatie over cliëntondersteuning. Zij adviseren de gemeente niet alleen de informatie over de Wmo-procedure uit te breiden en te verbeteren, maar ook aandacht te besteden aan de andere wetten waarmee inwoners te maken hebben bij het verkrijgen van hulpmiddelen. Ook is het nuttig om in de communicatie te wijzen op het bestaan van belangenorganisaties en expertisecentra. Een integrale aanpak helpt inwoners om een goed overzicht te krijgen en de juiste keuzen te maken.
Eén loket
Voorall en het samenwerkingsverband Academische Werkplaats adviseren de introductie van één plek waar alle benodigde informatie te vinden is. Dit gaat verder dan uitsluitend informatie over de Wmo. Zij vinden dat de gemeente moet redeneren van vanuit de inwoner en niet vanuit het systeem.
Een inwoner wordt geconfronteerd met verschillende wetten en verstrekkingsprocessen, waarvan hij/zij vooraf niet weet welke regeling(en) op hem/haar van toepassing is/zijn. Het is de wens van Voorall en de Academische Werkplaats dat inwoners vooraf volledig worden geïnformeerd. Voorall ziet hiervoor, vanuit haar overstijgende maatschappelijke verantwoordelijkheid, een regierol weggelegd voor de gemeente. Uiteraard kan de gemeente hierbij worden ondersteund en geadviseerd door belangenorganisaties en specifieke expertisecentra voor mensen met bepaalde beperkingen. De gemeente is immers niet de enige organisatie die burgers informeert. Vanzelfsprekend willen de partners binnen de Academische Werkplaats ook hun verantwoordelijkheid nemen voor het informeren van inwoners over informatieverstrekking, maar zij willen zich daarbij wel meer gesteund voelen door de gemeente.
Wij zijn nog in afwachting van een reactie van wethouder Vavier, maar wij hopen uiteraard dat zij dit advies overneemt.
Jaarlijks geeft de gemeente honderden vergunningen af voor het plaatsen van steigers op stoepen. Vaak blijven die steigers de volledige periode van acht weken en soms nog langer staan. Dat dit bijzonder hinderlijk is voor mensen die rolstoelgebonden zijn of een visuele beperking hebben, snapt iedereen. Toch worden deze obstakels zonder dat er rekening wordt gehouden met mensen met een beperking toegestaan.
Voorall ontvangt regelmatig klachten over het feit dat een steiger de doorgang op het trottoir blokkeert en ook over de lengte van de periode dat een steiger op het trottoir staat. Geen enkel signaal dat Voorall afgelopen tijd over steigers heeft ontvangen, was positief. De steigers worden ervaren als erg hinderlijk tot gevaarlijk hinderlijk.
Omkijken naar elkaar
De gemeente is onlangs gestart met de campagne ‘Omkijken naar elkaar’. Die campagne beoogt te bevorderen dat inwoners zich om elkaar bekommeren. Een onderdeel van de campagne is het bevorderen dat stoepen vrij blijven van obstakels, zoals fietsen en overhangend groen. De gemeente heeft hiervoor de slogan ‘Stoep vrij = blij!’ geïntroduceerd en heeft deze slogan op talrijke plekken op stoepen aangebracht. Voorall ondersteunt deze campagne uiteraard van harte en hoopt dat de spreuk heel lang zichtbaar blijft. Voorall vindt echter dat de gemeente een stap verder moet gaan door ook zelf de verantwoordelijkheid te nemen om te bevorderen dat trottoirs zo min mogelijk obstakels hebben.
Vergunning
Voorall adviseert de vergunningverlening voor het plaatsen van steigers op stoepen aan te passen. Wij hebben daarbij als doel dat mensen die rolstoelgebonden zijn of een visuele beperking hebben minder last ervaren van steigers. Voorall vindt dat de gemeente de aanvragers van een vergunning voor het plaatsen van een steiger moet verplichten een inspanning te doen om de toegankelijkheid van het trottoir ter plekke te waarborgen. Dit zou onderdeel moeten worden van de vergunningaanvraag en ook van de communicatie op de website van de gemeente.
Verder vindt Voorall dat er een financiële prikkel moet komen om steigers zo kort mogelijk te laten staan. Ook als de toegankelijkheid goed is gewaarborgd op de plek waar de steiger staat, blijven het ongewenste obstakels. Voorall stelt voor vergunningen voor een steiger te verkorten tot maximaal drie weken. Indien de vergunningaanvrager de steiger langer wil laten staan, moet daar opnieuw een vergunning voor worden aangevraagd. Deze tweede vergunning voor maximaal drie weken dient wat ons betreft aanzienlijk duurder te zijn dan de eerste vergunning. Per saldo wordt de vergunning ingekort tot maximaal zes weken en draagt een financiële prikkel bij aan het korter blokkeren van het trottoir.
Tenslotte dienen steigers beter zichtbaar te worden gemaakt zodat slechtzienden een steiger tijdig waarnemen. Een reflecterende verticale strook op de buitenste buizen op begane grond niveau verbetert de herkenbaarheid.
Mensen die rolstoelgebonden zijn en mensen met een visuele beperking hebben geen alternatief voor het gebruik van de stoep. Zij kunnen niet eenvoudig de straat op. Daarom moet het blokkeren van trottoirs door steigers zo kort mogelijk duren en moet het waarborgen van de toegankelijkheid uitgangspunten worden bij het verlenen van een vergunning. Als Den Haag een toegankelijke stad wil zijn, moet er ook in het vergunningenbeleid rekening worden gehouden met mensen met een beperking. Daarom zegt Voorall tegen de gemeente: Practice what you preach en draag geloofwaardig bij aan Stoep vrij = blij!
Op donderdag 18 september 2025 bracht Voorall met een zestal ervaringsdeskundigen een bezoek aan Restaurant Classique, het luxe-restaurant van ROC Mondriaan aan de Koningin Marialaan in Den Haag. Hier werden we ontvangen door de horecaondernemers van de toekomst: studenten van de Haagse mbo-opleiding Horeca en Facilitaire dienstverlening. Ons doel was deze toekomstige horecamedewerkers kennis te laten maken met de do’s & dont’s in de dienstverlening aan mensen met een beperking. We troffen het: we zijn heel hartelijk ontvangen voor de lunch die werd verzorgd tijdens de allereerste praktijkles van de eerstejaarsstudenten.
In ons gezelschap waren mensen met een fysieke, auditieve en/of visuele beperking. De stoep voor het gebouw was niet heel goed toegankelijk vanwege de vele scooters die daar te ruim geparkeerd stonden. Hier zou meer ruimte gecreëerd kunnen worden.
Bij binnenkomst verzocht één van de ervaringsdeskundigen of zij haar handbike kon opladen. Dit was geen enkel probleem, bij de entree was een beschikbaar stopcontact dat we hiervoor mochten gebruiken. Met een beetje hulp van mede ervaringsdeskundigen -er was wat weinig plaats om te manoeuvreren met de rolstoel in de entreehal om het stopcontact te bereiken- kon de handbike worden opgeladen.
In het restaurant zelf was voldoende bewegingsruimte. Het was een sfeervolle, mooi ingerichte, gelijkvloerse zaal en we werden vriendelijk begeleid naar onze tafel. De glazen wand achter onze plaats bood uitzicht op de keuken. Hier konden we een blik werpen op hoe het heerlijke eten voor ons bereid werd.
Zoals vaak het geval is in horecagelegenheden was de ruimte qua akoestiek uitdagend voor degenen met een auditieve beperking. De vele omgevingsgeluiden maakten het lastiger te communiceren. Wanneer we niet verstonden wat werd gevraagd of gezegd, herhaalden de studenten zichzelf geduldig.
Eén van onze ervaringsdeskundigen met een visuele beperking vroeg aan de begeleidend docent op welke manier zij doorgaans kenbaar maken wat op het menu staat aan mensen die blind of slechtziend zijn. Hierop las de docent de menukaart voor. Een andere aanwezige gaf er de voorkeur aan de Seeing AI app (Seeing AI - Apps op Google Play) te gebruiken, waarbij je een foto van de kaart neemt en de tekst vervolgens wordt voorgelezen.
Er was een MIVA toilet aanwezig op dezelfde verdieping in het pand, dat was heel erg prettig. De toegang tot de gang waarachter alle toiletruimtes zich bevonden, was voorzien van een deur met dranger. Deze stond helaas te zwaar afgesteld. Een lichtere afstelling (tot maximaal 20/30 newton) zou de toegankelijkheid verbeteren.
We hebben heerlijk gegeten en waren tevreden met de vriendelijke en servicegerichte ontvangst en bejegening door de studenten en de begeleidend docent. Na afloop van de lunch hebben we ter plekke een tiplijst aan de studenten overhandigd met tips voor de communicatie met mensen met diverse beperkingen, zodat zij hier in hun verdere loopbaan hun voordeel mee kunnen doen.
Tevens hebben we onze ervaringen en aanbevelingen aangaande de scooters en de dranger na afloop gedeeld met de directie, die onze feedback over de toegankelijkheid zeer serieus namen. De aanbevelingen zijn doorgestuurd naar het hoofd Facilitair, die ze zal meenemen en waar mogelijk tot verbetering zal overgaan.
We kijken terug op een geslaagde middag!
Op 29 september 2025 vond in het Literatuurmuseum in Den Haag een ervaringsochtend plaats in het kader van Toegankelijk Museum - een initiatief van Elvera van Leeuwen waarbij kennisdeling en het uitwisselen van ervaringen centraal staat. Dit keer was de ochtend specifiek gericht op visuele toegankelijkheid. Er waren educatoren en medewerkers aanwezig vanuit diverse musea en andere organisaties in Den Haag en zelfs daarbuiten. Vanuit Voorall sloot een viertal ervaringsdeskundigen met een visuele beperking aan bij deze inspirerende ochtend om hun ervaringen te delen en vier mini workshops te begeleiden.
De sessie begon met een voorstelronde waarin Elvera in interviewvorm het gesprek aanging met de ervaringsdeskundigen over hun ervaringen in het museum. Hierin werd al snel duidelijk en benadrukt dat iedereen anders is, er een groot verschil bestaat tussen blind en slechtziend zijn en dat het tevens een groot verschil maakt of je vanaf de geboorte een visuele beperking hebt of dit later in het leven gebeurt.
Zoveel mensen, zoveel wensen. Hoe kan je hier nou op inspelen in jouw museum? Er zijn diverse mogelijkheden om de toegankelijkheid in musea voor mensen met een visuele beperking te verbeteren. Verschillende voorbeelden vanuit andere musea kwamen in een presentatie aan bod. Denk hierbij aan tastobjecten, audiodescriptie, geuren en soundscapes. Of denk aan het gebruik van QR codes die je kunt scannen om vervolgens de teksten te beluisteren of lezen op een mobiel apparaat.
Om aan den lijven te ervaren hoe tast, geur en geluiden ingezet kunnen worden
gingen de aanwezige museummedewerkers om de beurt in groepjes langs de ervaringsdeskundigen. Ieder van hen begeleidde een leerzame mini workshop.
Zo poogden de deelnemers een beeldbeschrijving te maken. Wat vertel je om over te brengen wat een schilderij weergeeft, wat is hierbij belangrijk? Ook was er een tactiele tekening (zweltekening) waarbij de gearceerde lijnen in een beeltenis voelbaar waren.
Verder werd de invloed van geur en muziek aan de orde gebracht door met gesloten ogen te ruiken en te luisteren. Geuren kunnen bij uitstek herinneringen bovenbrengen en heel sferisch werken. Ook door muziek kan je meegevoerd worden naar een andere wereld, setting of sfeer.
Er waren tevens voorbeelden van diverse plattegronden en maquettes die zouden kunnen helpen bij de oriëntatie in een museumpand. De deelnemers kregen de uitdaging om volledig op de tast (dus met gesloten ogen) een beschrijving te geven van de voorgevel van Museum De Lakenhal en van de verschillende gebouwen die bij dat museum horen. Ook werd gevraagd een beschrijving van de kamer naast de workshop te geven. Geen gemakkelijke opgaves!
Bovendien werden de deelnemers uitgenodigd verschillende objecten die onder een laken waren uitgespreid te voelen en zonder enige context een beeld te vormen bij wat tastbaar was. Wat voel je? Is het warm of koud? Van welk materiaal is het voorwerp gemaakt? De aanwezigen kregen de opdracht een tekening en een beschrijving te maken van twee gevoelde objecten voordat het laken verwijderd werd.
Bij al deze workshops werd duidelijk hoe ontzettend belangrijk het is om context te geven. Op speelse wijze werd inzichtelijk gemaakt welke manieren kunnen bijdragen aan een toegankelijker museum.
Meer weten? Toegankelijk Museum is een onderdeel van Mikxs, klik hier voor meer informatie.
De witte stok is een belangrijk hulpmiddel voor mensen met een visuele beperking. Op woensdag 15 oktober, de Internationale Dag van de Witte Stok, wordt hier extra aandacht voor gevraagd. Het doel: goedziende mensen bewust maken hoe zij slechtziende en blinde mensen kunnen helpen. Zodat mensen met een visuele beperking zich makkelijker, fijner en veiliger kunnen verplaatsen en volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. Waar loop je tegen aan? Hoe is het om in Nederland met een stok te lopen? Helma van der Boom (50) is beëdigd tolk en vertaler Portugees en Frans, woont in Den Haag en is sinds haar jeugd ernstig slechtziend: “Tijdens mijn studie ben ik een taststok gaan gebruiken. Daarmee voel ik obstakels, stoepranden en andere hindernissen op straat. Als mijn stok kon praten, zou hij vaak schelden, want ik loop nog geregeld ergens tegenaan. Toch geeft de stok me meer veiligheid – en zonder stok ben je bovendien niet verzekerd. Met een stok word je niet altijd voor vol aangezien, maar daar kan ik inmiddels goed mee omgaan. Het grote voordeel is dat mensen meteen zien dat je slechtziend of blind bent. Ik ben al vaak bij de arm gegrepen en zo behoed voor een ongeluk. Wat echt beter kan, is de openbare ruimte: straatverlichting niet op ooghoogte, bewegwijzering die niet achter palen verdwijnt, en duidelijke oproepsystemen in het openbaar vervoer. Gelukkig ervaar ik veel behulpzaamheid van mensen in het verkeer, dat is echt top!” 5 tips Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen, heeft een top 5 samengesteld met tips om mensen met een visuele beperking die een stok gebruiken op de juiste manier te benaderen. 1. Geef ruimte en voorrang Iemand met een stok ziet jou (bijna) niet en kan zich moeilijker aanpassen aan de verkeerssituatie. De witte stok maakt dit zichtbaar voor anderen. Geef altijd ruimte en verleen voorrang. Houdt iemand de stok horizontaal omhoog? Dat is een teken dat hij of zij wil oversteken – ook buiten een zebrapad. Ga als automobilist niet toeteren of met lampen seinen om te laten weten dat iemand kan oversteken. 2. Vraag eerst of hulp gewenst is Pak iemand nooit zomaar bij de arm. Dit kan schrikken veroorzaken of ongewenst zijn. Vraag altijd of iemand hulp nodig heeft, en hoe je die het beste kunt bieden. 3. Maak verbaal contact Visuele gebaren vallen vaak niet op. Spreek iemand dus aan met woorden, bijvoorbeeld: “Kan ik u helpen?”. Als iemand aangeeft geholpen te willen worden, vraag dan hoe. Vaak is het bij het oversteken fijn om met iemand mee te kijken, door links, rechts, links te controleren zodat degene veilig de straat over kan steken. 4. Houd geleidelijnen en de stoep zoveel mogelijk vrij Voor slechtziende en blinde mensen zijn obstakels op straat extra lastig. Parkeer geen fiets op de stoep of op geleidelijnen (de geribbelde tegels), zodat deze vrij en veilig te gebruiken blijven. 5. Laat blindengeleidehonden hun werk doen Een geleidehond is aan het werk. Hoe aantrekkelijk het ook is om deze te aaien: niet doen. Alleen zo kan de hond zich volledig concentreren op de veiligheid van zijn baas. |
Slechtziende en blinde mensen met een witte stok |
Hip dance nummer vraagt aandacht voor witte stok in het verkeer Gwenda Wiersma, ervaringsdeskundige en recruiter bij Koninklijke Visio, ervaart zelf dagelijks hoe het is om met een witte stok te lopen en wil hier extra aandacht voor vragen. Samen met haar vriend maakte zij een songtekst, die ze met AI heeft omgezet in een hip dance nummer. Het lied opent met een belangrijke oproep: "Zie je een witte stok op de weg verschijnen, denk dan aan de mensen die het licht niet kunnen zien. Rijd je auto met aandacht en respect, want elke voetganger heeft zijn eigen traject." Beluister het nummer hier. |
AI gegenereerd beeld van een vrouw met witte stok die oversteekt |
Persuitnodiging – Blind Experience Wil je zelf eens ervaren hoe het is om als slechtziend of blind persoon met een stok te lopen en deel te nemen aan het verkeer? Gewoon een stukje door de stad te lopen, of boodschappen te halen bij de supermarkt? Samen met iemand die zelf slechtziend of blind is en een begeleider die je tips geven? Meld je dan bij ons aan voor deze “Blind Experience”. |