
Dinsdag 20 juni 2023 van 17.30 uur tot 18.30 uur met aansluitend borrel
Museum Beeld en Geluid in Den HaagWat is toegankelijk ondernemen en wat kun je als ondernemer doen om de stad toegankelijk te maken voor mensen met een beperking? En weet je dat we hiervoor financieringsmogelijkheden hebben om jou als ondernemer hierin te ondersteunen?
Hierover gaat wethouder Anne Mulder graag met ondernemers in gesprek. Je bent vanaf 16:45 uur welkom bij Beeld en Geluid. Het begint om 17:30 uur. Het definitieve programma ontvang je na aanmelding.
De gemeente praat je bij over de ambities voor een toegankelijker en gastvrij Den Haag. En hoor graag hoe jij als ondernemer hier een rol in kan hebben. Hoe we jou hierin kunnen helpen en wat je als ondernemer van de Alliantie Toegankelijk Den Haag kan verwachten.
Er wordt afgesloten met een gezamenlijke borrel. Er is genoeg tijd om met elkaar in gesprek te gaan, met borrel en hapjes. Mocht je ondersteuningsbehoeften hebben, dan kun je dit laten weten via



In 2016 bekrachtigde Nederland het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap. Volgens dat verdrag moeten mensen met een beperking net zo goed aan de samenleving mee kunnen doen als mensen zonder beperking: een inclusieve samenleving. Voor een samenleving waarin iedereen meedoet en niemand wordt buitengesloten, is inclusief beleid én inclusief denken nodig. De Nivel Participatiemonitor is een belangrijk instrument om de voortgang te meten. De laatste resultaten zijn niet onverdeeld gunstig voor mensen met een verstandelijke beperking.
Beeld van mensen met een verstandelijke beperking
De mogelijkheden die mensen met een verstandelijke beperking hebben om te participeren zijn gerelateerd aan de ernst van hun beperking. Mensen met een lichte verstandelijke beperking kunnen zich meestal redelijk uitdrukken en kunnen in veel gevallen lezen en met geld omgaan. Zij kunnen zich vrij zelfstandig in de samenleving bewegen en kunnen redelijk goed leren om voor zichzelf te zorgen. Mensen met een matige verstandelijke beperking kunnen meestal wel aangeven wat ze willen. Ze kunnen leren zichzelf te verzorgen. Ze kunnen vaak niet zelfstandig reizen, werken of wonen en zij hebben meestal op alle gebieden ondersteuning nodig. Dat laatste geldt natuurlijk in nog sterkere mate voor mensen met een zware verstandelijke beperking. Mensen met een verstandelijke beperking hebben dus altijd in meer of mindere mate ondersteuning nodig voor hun deelname aan de samenleving. Die ondersteuning betreft bijvoorbeeld het vervoer. Veel mensen kunnen geen gebruik maken van het openbaar vervoer, en moeten dus altijd ergens heen gebracht worden. Verder is die ondersteuning vaak levensbreed. Dat houdt in dat ze gegeven wordt op alle levensterreinen: wonen, werken, dagbesteding, onderwijs, vrije tijd, verzorging, huishouding, financiën, contacten en zingeving.
De trend
Een zorgwekkende trend van de afgelopen jaren is dat mensen met een verstandelijke beperking vrijwel altijd het laagste niveau hebben van participatie. Zo gaan ze minder uit, doen ze minder aan vrijetijdsbesteding en maken ze minder gebruik van buurtvoorzieningen dan mensen met een lichamelijke beperking en de algemene bevolking. In de jaren 2020 en 2021 werd dit verschil nog groter. Het gebruik van buurtvoorzieningen bijvoorbeeld daalde sterker bij mensen met een verstandelijke beperking dan bij mensen met een lichamelijk beperking en bij de algemene bevolking. Daarbij komt dat deze samenleving steeds complexer is geworden, wat ook een obstakel vormt voor de participatie van deze groep. Bovendien heeft, maar dat geldt natuurlijk voor alle doelgroepen, ook het Covid-tijdperk zijn negatieve invloed gehad op een en ander. Er valt dus nog het nodige te doen, of om met het Nivel te spreken: Doelgericht beleid blijft nodig om participatie van mensen met een beperking te verbeteren.
(Dit artikel behandelt alleen de situatie van mensen met een verstandelijke beperking. In de Participatiemeter wordt ook de situatie van mensen met een lichamelijke beperking en chronische ziekte behandeld. Het wordt duidelijk dat ook voor hen nog wel het één en ander te verbeteren valt.)
Bronnen:
https://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004343.pdf
https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/actueel/nieuws/meer-aandacht-nodig-voor-participatie-van-mensen-met-een-vb
Edward de Bruin

Voorall, voor Hagenaars met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking of chronische ziekte, is dé organisatie in Den Haag die zich sterk maakt voor de toegankelijkheid van openbare gebouwen. Een speciaal team werkt hier hard aan door opgespoorde knelpunten onder de loep te nemen en hier advies over uit te brengen op de plek waar dat nodig is.
Het team zoekt versterking van iemand die het verschil wil maken voor Hagenaars met een beperking en zou heel blij zijn met iemand die weet hoe gebouwen in elkaar zitten en kennis heeft van bouwtechnieken. En die het leuk vindt om vergaderingen te leiden en de verschillende activiteiten te coördineren. Liefst voor zo’n 4 tot 8 uur per week.
Dit krijg je er voor terug:
- je draagt bij aan de zelfstandigheid en vrijheid van Hagenaars met een beperking
- je hebt verschillende mogelijkheden om je kennis en vaardigheden in te zetten en verder te groeien
- je werkt samen in een gemotiveerd en enthousiast team
- je maakt gebruik van secretariële ondersteuning en kantoorfaciliteiten van Voorall
- je ontvangt een onkostenvergoeding
Meer weten? Neem voor meer informatie contact op met Margreet Roemeling, projectcoördinator,

In Den Haag gelden verschillende regels voor het parkeren van fietsen. Zo mag een fiets niet langer dan 28 dagen ongebruikt op straat staan en in de binnenstad niet langer dan 7 dagen. Ook moeten alle fietsen in de binnenstad in een parkeervak of stalling staan. Deze regels zijn begrijpelijk vanwege de vele verwaarloosde en lukraak geparkeerde fietsen die de binnenstad ontoegankelijk maken. Het huidige fietsparkeerbeleid werkt echter belemmerend voor mensen met een beperking die gebruikmaken van een driewielfiets of een gewone (eventueel elektrische) fiets.
Mensen met een beperking die een fiets gebruiken, zijn vaak nog steeds minder mobiel dan mensen zonder een beperking. Zij kunnen met de driewielfiets of een (elektrische) fiets wel naar de bestemming fietsen, maar kunnen vervolgens niet ver lopen. Aangezien fietsen in de binnenstad alleen in parkeervakken of stallingen geplaatst mogen worden, is de afstand tussen de desbetreffende stalling en de bestemming voor hen vaak te groot om lopend te overbruggen.
Mees van Krimpen: “Zelf heb ik (ernstig) COPD en dat zie je niet aan de buitenkant. Gelukkig kan ik nog zonder scootmobiel of rolstoel, omdat ik redelijk uit de voeten kan met mijn E-fiets. In de binnenstad is het dan lastig een boodschap doen met je E-fiets, want je mag alleen op aangewezen plekken je fiets stallen. Voor bijvoorbeeld de scootmobiel gelden die regels niet; je ziet ze bij winkels voor de deur staan of gewoon binnen rijden. Als ik mijn fiets bij een winkel voor de deur zet, staat er direct een fietscoach voor m’n neus. Ik snap dat je aan de neus van een E-fietser niet kan zien of hij/zij een handicap heeft. Dat geldt ook voor de automobilist en dat heeft ons gebracht bij de (Europese) gehandicaptenparkeerkaart, mooi! Zoiets moet er ook komen voor de E-fietser, bijvoorbeeld een plaatje, een chip, of een sticker. Denk aan het SH-plaatje voor slechthorende fietsers. Mijn voorstel is om iets te bedenken voor gehandicapte fietsers, zodat zij geoorloofd buiten de vakken hun fiets (tijdelijk) kunnen parkeren.”
Antoinette ter Marsch: “Het centrum is moeilijk bereikbaar als je een lichamelijke beperking hebt, weet ik als ervaringsdeskundige. Het lopen van de stalling naar winkels of horeca is voor mij niet goed mogelijk en beperkt zich tot hooguit twee nabijgelegen winkels. Hierdoor is mijn bewegingsvrijheid dubbel beperkt.”
Roos van Andel: “Na een ernstig ongeluk ben ik fysiek beperkt geraakt. Ik ga graag op de fiets naar de stad. In de stad stuit ik echter op een probleem: ik mag mijn fiets enkel in de bewaakte fietsenstalling zetten of in een van de aangegeven gebieden. Dit zorgt ervoor dat ik winkels niet kan bereiken omdat deze te ver lopen zijn. Het zou mij helpen als ik mijn fiets dichtbij winkels en overheidsgebouwen kan parkeren, er een mogelijkheid is van een stallingsontheffing voor fietsers met een beperking (met embleem of tag) en/of leen-loopkrukken bij de bewaakte fietsenstallingen.”
Een ander probleem is het feit dat veel mensen met een beperking vaak hun fiets voor een langere periode niet kunnen gebruiken door omstandigheden die te maken hebben met hun handicap, zoals revalidatietrajecten, langdurig ziek zijn etc. Wanneer de woning niet voorzien is van een berging of gemeenschappelijke fietsenstalling, staat de fiets voor langere tijd in de openbare ruimte. Vervolgens kan de fiets na 28 dagen (of 7 dagen in het centrum) worden meegenomen door de gemeente.
Beweegconsulent Soraya Samuels: “Het fietsbeleid van gemeente Den Haag is te begrijpen met de vele ‘zwerffietsen’ en deelscooters en -fietsen in de stad. Maar er zitten ook haken en ogen aan het beleid. Zeker als men niet in de praktijk heeft gekeken hoe het beleid uitpakt, of hierover met ervaringsdeskundigen in gesprek is gegaan. Niet alle woningen zijn voorzien van een berging of gemeenschappelijke fietsenstalling. Bij iemand met een beperking of chronische aandoening kan je aan de fiets (tenzij het een driewielfiets is) niet zien dat er een gegronde reden kan zijn om de fiets voor lange periode niet te (kunnen) gebruiken.”
Voor bovenstaande belemmeringen zijn er een aantal ideeën geopperd door fietsers met een beperking. Denk bijvoorbeeld aan een specifiek handicap-logo voor op de fiets of een sticker met QR-code die verwijst naar desbetreffende informatie.
Graag gaat Voorall in gesprek met de gemeente over de belangen van deze groep fietsers met een beperking om te komen tot oplossingen, zodat ook deze fietsers zelfstandig naar het centrum kunnen gaan en gewoon kunnen blijven meedoen in onze Haagse stad.
Kim Hameete en Freek Schuerman